Schud alle kaarten. Leg de trekstapel gedekt in het midden van de tafel. Trek 2 kaarten en leg deze open als twee aparte aflegstapels naast de trekstapel.
Spelers zijn om de beurt aan zet. Elke beurt bestaat uit drie stappen:
1. Kaart pakken (verplicht):
Neem de bovenste kaart van een van de twee aflegstapels op hand. OF trek twee kaarten van de trekstapel, neem er één op hand en leg de andere open op een aflegstapel naar keuze
2. Actiekaarten spelen (optioneel):
Je mag actiekaarten als paar spelen (Krabben, Vissen, Bootjes). Leg het paar open voor je en voer de actie uit. Je mag meerdere paren in één beurt spelen. Gespeelde paren leveren aan het einde van de ronde punten op.
3. Stoppen en wedden (optioneel):
Heb je minstens 7 punten (handkaarten en gespeelde kaarten samen)? Dan mag je kiezen:
* STOP: De ronde eindigt direct. Alle spelers leggen hun kaarten open en tellen de punten.
* LAATSTE KANS: Je legt je kaarten open. De andere spelers krijgen nog één beurt. Daarna worden de punten geteld. Heb jij de meeste punten (of gelijkspel), dan krijg je een kleurbonus en de rest alleen die bonus. Zo niet, dan krijg jij alleen de kleurbonus en de rest telt hun punten normaal op.