Schud alle kaarten. Leg bij elke speler 3 kaarten gesloten neer. Geef elke speler 6 kaarten. Hiervan moeten er 3 open op de gesloten kaarten liggen.
* 2: een twee mag je altijd opgooien, ongeacht welke kaart er ligt.
* 3: een drie is doorzichtig. Je mag deze kaart altijd opgooien. De volgende speler moet zich nu houden aan de kaart die hieronder ligt.
* 7: als je een zeven op gooit, moet de volgende speler een 7 of lager opgooien. De speler hierna moet dan wel weer hoger dan die kaart opgooien.
* 10: als je een 10 opgooit, leg je de aflegstapel aan de kant. Je mag dan gelijk weer beginnen met opleggen.
* Joker: de joker mag je altijd opleggen. Dan geef je de aflegstapel aan een tegenstander.